Down The Rabbit Hole 2015 – zondag

Nou ja zeg. Komen we nu pas erachter dat ook collegaschrijver tBeest een DTRH-recensie gemaakt heeft. Dag 3, Dag 2, Dag 1. We zijn het zelfs behoorlijk eens!
Goed. Dag 3. Na mijn tentje uitgedreven te zijn door de warme ochtendzon was het prima uit te houden met een fijn ontbijtje op het Vuige Veld. De RockKaroake was bijzonder flauw, maar door de initiator-zonder-stem bijzonder vermakelijk, zeker zijn ‘lekker’-uitvoering van ‘Eye Of The Tiger’. Genoeg onzin dus op Down The Rabbit Hole, maar zolang dat niet ten koste gaat van de muziek neem ik het voor lief. (tlk)


mij=Door: TheLeonKing. En Stonehead kladde er wat doorheen.
Op Best Kept Secret werd de portie neoklassieke orkestmuziek dit jaar (prachtig) verzorgd door Jonny Greenwood. Down the Rabbit Hole trekt Max Richter tevoorschijn (hier terug te kijken), een goede keus. Richter heeft echter nog nooit op een festival opgetreden, dus dat moest iets bijzonders gaan worden. Bij de Plato-winkel op het DTRH-terrein hadden ze al moeite moeten doen om zijn albums The Blue Notebooks en Infra op te snorren waar hij vandaag uit ging spelen (meestal vind je van Richter alleen zijn fraaie debuutalbum Memoryhouse). Niet dat hij onbekend is. Vorig jaar maakte hij een fenomenale bewerking van Vivaldi’s Vier Seizoenen, en het nummer “On the Nature of Daylight” heeft op YouTube ruim een miljoen views. Dat nummer kwam dus ook live langs, twee keer zelfs (ook als toegift), wat eerlijk gezegd wel een minder goede afsluiter was dan het eigenlijke slot. Maar het gezelschap strijkers van Richter maakte diepe indruk. Zelf speelt hij achter een vleugel en sommige nummers kregen een laag bassgeluid mee. Verder geen loops of andere elektronische trucjes. Ik weet niet meer zo goed of het misschien ook door de wind kwam, maar er rolden tranen over mijn wangen. (stn)
Aanvankelijk dacht ik dat er een vrouw stond te zingen, maar bij nader inzien bleek het toch om een man te gaan. Børns was de naam en zijn pure pop was indrukwekkend goed. De drumster klopte er lekker droog op, de muzikale omlijsting was verfijnd en ondertussen zong Børns al-dan-niet met kopstem gelijk Jeff Buckley diverse pareltjes op een zeer ontspannen wijze. Hier gaan we nog veel van horen. (tlk)
In mijn Twitter-tijdlijn waren er zoveel mensen die Natalie Prass geprezen hadden, dat ik er wel móest gaan kijken. En het moet gezegd, ze is een heerlijk ontwapenende zangeres die zo allerlei Motown-nummers zou kunnen zingen, en weliswaar vanalles covert vandaag, maar zelf ook al goede nummers schreef. Sommige mensen zouden nu ‘zuchtmeisje’ zeggen, al is haar uitstraling ook wel weer prettig normaal. Feit is dat er mensen in het publiek als wolven begonnen te huilen bij wijze van gejuich (‘awooooe’) en dat Prass er gelukkig om kon blijven lachen. Een van de leukste optredens van de dag! (stn)
Het feestje begon al vroeg op de derde dag van DTRH, namelijk om 13:45 uur bij Jungle By Night in de Hotot. Dit jonge, negenkoppige orkest bracht een heerlijke mix van afrobeat, ska, funk en rock waarbij het geweldig dansen was. De zang werd niet gemist, zeker niet. Het was lekker dansen geblazen, met mooie hoofdrollen voor de blazers. Chemical Brothers, eat your heart out! Jammer dat dit niet later op de avond geprogrammeerd stond, dit was het echte feestje! (tlk)
De overgang van het vrolijke Jungle By Night naar het stemmige Other Lives bleek voor mij een onneembare horde. Na een paar iets mindere tracks hield ik Other Lives toch voor gezien, hoewel ze van een afstand toch zeker fraai opgebouwde liedjes lieten horen. Zoals ‘Tamer Animals’. Op Pukkelpop een paar jaar terug vond ik het geweldig, nu stond mijn hoofd er niet naar. Mijn excuses. (tlk)
Young Fathers, de enige hiphop-act vandaag, uit Schotland, moest ik per se zien van een vriendin. Het geluid bevat veel elektronica maar weinig melodie en ik kan de raps niet goed verstaan door de beat heen. Ik snap op zich wel waarom dit de Mercury Prize won vorig jaar. Wat de groep doet klinkt nieuw. Ze durven acapella meerstemmig te zingen als ze daar zin in hebben. De drie rappers staan enorm heftig te dansen (terwijl de drummer juist pesterig ballet-achtig zijn drums zit te aaien terwijl er toch een enorm salvo klinkt). Vriendin genoot er bijzonder van, ik vond het niet zo. Maar toch… als andere recensies al (onterecht) over FKA Twigs schrijven dat zij nooit een echt succesvolle popster zal worden, moet dit zeker gezegd van Young Fathers. Ze zullen toch ooit met een hit moeten komen, wil ik niet alleen hun maniakale gedans onthouden. (stn)
Waarom Andrew Bird op het hoofdpodium stond was mij een raadsel. Het was te onsamenhangend. En dankt hij nou echt zijn naam aan het feit dat hij af en toe fluit in zijn liedjes?
Met Ghostpoet had de zondag van DTRH nog zowaar een zeer aangename verrassing voor mij in petto, dat was goed zeg! De Brit Obaro Ejimiwe is vanuit de basis een rapper, maar is blijkbaar zwaar gevallen voor liedjes met uitgesproken gitaarpartijen en knallende drums. Tenminste, zo leek het en dat werkte uitstekend, dit was genieten. Mooi om te zien dat Obaro zelf zowat in het drumstel wilde kruipen. Laat ik toch maar eens dat laatste album van hem gaan luisteren.
Het begin van de fuzzy psychedelische King Gizzard & The Lizard Wizard beloofde veel goeds, zeker gezien de opstelling met twee drummers aan de voorzijde van het podium. Maar het bleek toch gauw een nogal eentonige trip, zeker door de drumpartij die steeds hetzelfde leek. Het geluid in de Fuzzy Lop was ook niet geweldig goed, dus vertrok ik toch naar Roosbeef in een matig gevulde Teddy Widder. Haar laatste album ‘Kalf’ is om door een ringetje te halen, dus waarom ook niet. Het was oké, zeker met fijne liedjes als ‘Controleer Mij’ (een hit bij mijn kinderen) en ‘Kalf’. En natuurlijk die pure, zeer eigen soort-van-onnozelheid van Roos zelf, wat vaak een heerlijk ongemakkelijk publiek achter laat. Wat ik vooral niet had gedacht, maar wat toch gebeurde: haar themaliedje dat bij mij al bij de eerste regel nogal hard binnen kwam. Want ja, op een themaliedje hadden we op het festival natuurlijk al drie dagen lang staan wachten. Nee, haar 4 mei-inzending ‘Raak Mij Aan’ bleek live zijn uitwerking op mij niet te missen, wat bij het beluisteren van het album wel het geval was. En bedankt Roos.
Van plan was ik het eigenlijk niet, maar het was toch effe heul fijn om een stuk van Seasick Steve mee te pikken. Die ouwe knar had er duidelijk zin in en dat hij zich laat begeleiden door The Dude a.k.a. The Big Lebowski op drums is zeker een pluspunt. Zijn oerblues klonk nog altijd vitaal, maar de overlap met mijn Noorse helden Motorpsycho werd hem fataal. (tlk)
Bij The Other Side op de Vuurplaats kregen allerlei jonge artiesten en bands een kans en dat was leuk om naar te kijken; het publiek was er ook massaal op afgekomen. Van Leftfield, dat 50 meter verder achter een heuvel een optreden gaf, kreeg ik maar een deel mee. Op het podium was dit keer niets te zien; er werd een in delen draaibare muur gebruikt om projecties op te vertonen, en daar zaten wat bandleden achter. Waar eerder het grote scherm succesvol gebruikt werd om een indruk te geven van Patti Smith en FKA Twigs, kon je er dit keer niet zoveel mee. Leftfield – of wat ervan over is met een bandlid minder tegenwoordig – bracht een technofeestje zoals dat er 10 of 15 jaar terug ook geweest had kunnen zijn. Leuk als je toch al wilde dansen, flauw als je op zoek was naar iets nieuws, zoals ik. Het eerste deel was zelfs ronduit saai. “Phat Planet”, uit de tweede helft, blijft moddervet. Toch kreeg ik spijt dat ik niet naar die andere band gegaan was, wacht even, hoe laat is het… (stn)
Motorpsycho op een modern hipster-festival anno 2015, kom daar maar eens op. Ik was daar zeer gelukkig mee en ik was niet alleen. Maar verwacht van deze rotten geen best of-setje als ze een keer op een festival staan, no way. Het ging erop, lomp hard zelfs. En ik moet zeggen: ze stelden de aanwezigen nogal zwaar op de proef. Met bijvoorbeeld een afwijkende uitvoering van ‘Serpentine’ die mij niet echt bekoorde. Toch bleef ik hangen en deinde met de het gedreun in de Fuzzy Lop mee. Door de jaren heen heb ik veel concerten van Motorpsycho meegemaakt, van Paradiso, Tivoli, Doornroosje, meerdere malen Effenaar en zelfs op festivals, maar volgens mij was het nooit zo’n enorme, ondoordringbare bak herrie als hier op DTRH. Maar met het laatste nummer maakten ze het hele optreden weer goed: ‘Vortex Surfer’. GE WEL DIG! (tlk)
Tijdens ‘Vortex Surfer’ kwam ik dus nog de tent binnenrennen. Alle superlatieven over donkere, elkaar kruisende gitaarlijnen mogen inderdaad uit de kast. Machtig. Wow! (stn)
Ik blijf het bijzonder vinden dat veel mensen helemaal weg zijn van The War On Drugs. Want zijn hele cd is toch gebaseerd op Don Henley’s ‘Boys Of Summer’ of niet soms? Wat mij betreft een nogal voortkabbelend gebeuren, al moet ik zeggen dat het buiten de tent best genieten was van ‘Red Eyes’ en …… euh, ja die! (tlk)
Ik heb nooit iets gehad met The War on Drugs en van Bruce Springsteen vind ik alleen de popsingles leuk. Toch was The War on Drugs echt de perfecte festivalafsluiter. Alle nummers waren lang en knap uitgesponnen, hadden kloeke solo’s, waaierden als een klok over het hele veld bij een schitterende rode zonsondergang en verbroederden alles en iedereen. Het is lang geleden dat gitaarsolo’s me aangrepen, maar The War on Drugs kreeg het voor elkaar en ik stond niet eens in de tent. Toch dat album nog maar eens checken… Zó, zo was het mooi. (stn)

Een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven