London Calling Dag 2: Napret

Een zich langzaam vullende kleine zaal staat te wachten op de zaterdag-opener A Sunny Day In Glasgow. Nu ben ik half-Schots, en kan ik je vertellen dat de dagen waarnaar de Amerikaanse band vernoemd is wel bestaan, maar zeldzaam zijn. Twee achter elkaar is reden tot feest. Zo ook A Sunny Day In Glasgow, maar dan zonder tweede dag, en zonder feest. Veel opstartproblemen, en na drie nummers kan ik niet goed opmaken of de band ronduit slecht is of dat ze erg lang nodig hebben om op te warmen. Op een gegeven moment begint het toch wel te klinken. Jammer voor de band is dat net voordat ze van het podium gebonjourd worden.
A Sunny Day In Glasgow


mij=Door: Andrew. Foto's: Dennis
Gelukkig is daar Emanuel and the Fear, dat al aan het opstellen begint terwijl hun voorgangers afdruipen. Ze gebruiken bladmuziek. Voor mij altijd een prikkelend verschijnsel, want over het algemeen moet ik vervolgens uitleggen dat ik de band niet snap, óf roepen dat ik het geweldig vind. Er is weinig tussenweg.

Emanuel and the Fear

Emanuel is dat laatste. Dwarsfluit, viool en cello zijn de ingrediënten, naast bijna maniakaal dwingende zang die dreigend en strak de kleine zaal ingeblazen worden. De aanwezige duistere ondertonen laten me zelfs vergelijkingen maken met Tool en Rage Against The Machine. Ik voel dat de vloer onder me begint te schudden, en hoewel het optreden na een geweldig begin wat in kracht afneemt blijf ik tot het eind.
 General Fiasco
General Fiasco staat al de matig gevulde grote zaal op te zwepen als ik arriveer, en wederom ben ik licht teleurgesteld. Het is niet dat de grote-zaal-bands van deze London Calling-editie geen zaalvullend geluid of dito aanwezigheid hebben, het is meer dat tot en met deze band de muziek me niet zo veel doet. General Fiasco is erg blij om beneden te spelen, waarbij ze opmerken dat het de eerste keer is en ze daarom wellicht extra hard hun best doen. Het sympathieke Paradiso-publiek weet het wel te waarderen, maar ik vertrek om op tijd te zijn bij Joe Worricker. Van laatstgenoemde maak ik zowat de hele soundcheck mee en sta vol berouw dat ik in de kleine zaal ben te wachten en te wachten. Vlak nadat de beste man het podium betreedt vertrek ik, met als smoes dat de vriendin met wie ik dit festival bezoek beneden is aangekomen, maar in werkelijkheid heb ik echt geen zin om hier naar te gaan luisteren.
Everything Everything
Everything Everything begint ietwat vals, maar warmt snel op voor een volgepropte grote zaal en balkons. Het toegestroomde publiek heeft hoge verwachtingen en gaat heerlijk mee in het elektronisch geluid. Ik zie dat de zaal wel danst, maar wederom doet het me helemaal niets. Hier maak ik me een beetje zorgen over, want als ik er alleen nog maar negatief getinte reviews uitkrijg kan ik net zo goed voor de klokkijkende concullega's gaan schrijven. Gelukkig weet Job met haar wijsheid me uit mijn depressieve spiraal te trekken “iets niet leuk vinden is ook ok, Andrew” en we vertrekken naar Chapel Club.
Deze band is nog druk bezig met de soundcheck, in de vorm van een geweldige verschijning (die in mijn hoofd omgedoopt wordt tot “Glam-Rock Mick”) die deels de man achter de schuifjes afzeikt tijdens de microfooncheck, en deels gitaarspel de zaal in laat schallen bij het traceren van iets dat nog niet helemaal goed ingeregeld staat. Terwijl luid applaus weerklinkt uit handen van het toegestroomd publiek verlaat deze heerlijke break in de avond het podium, en ik voel gelijk dat mijn gemoed omgeslagen is.
 Chapel Club
Chapel Club dus. Zanger Lewis lijkt zo weggelopen uit Trainspotting, en ik herinner me dat toen Dennis en ik foto's aan het kijken waren tijdens het schrijven van de voorbeschouwing we tegen elkaar zeiden dat deze band the real deal lijkt. Hoewel jong kijken ze de lenzen in met net de juiste combinatie van arrogantie en kundigheid. Job mompelt iets over Joy Division, en hoewel ik ze niet die accolade wil geven merk ik dat ik de heren wel goed vind. De rest van de kleine zaal is het zeker met me eens, en een kleine steek naar General Fiasco maakt het optreden alleen maar leuker.
Hudson Mohawke
Gewapend met turntables, laptop en énorme MC staat Hudson Mohawke de grote zaal te teisteren. Ik had Mohawke al eens bij een Klub Radar gezien, maar in de vele malen grotere hoofdzaal van Paradiso blijkt hij met groot gemak te passen. Ik moet in mijn hoofd een vergelijking maken naar muziekbewegingen als crunk, of als je van de andere kant van het land komt, de hyphy van de San Francisco Bay Area. Volgens mij valt hier wel op te…uh..crunken, of te hyphen, of whatever. In ieder geval vindt de rest van de grote zaal dat ook; er wordt van voor tot achter gedanst en gesprongen. De MC zweept de zaal nog extra op, “we've got a lovely banger for y'all!” en de zaal gaat helemaal los. Geweldig spektakel!
We Have Band
Hierna besluit ik te gaan staken, en loop met Job en Dennis naar voorin de grote zaal om even bij te komen en te kletsen met een drankje. Esben and the Witch wordt op het scherm gadegeslagen, iets waar ik eigenlijk een beetje spijt van krijg, want ook dit is in mijn straatje. Mijn fantasie maakt een vergelijking met een depressieve Fever Ray. Ik vind het prachtig, maar blijf staan waar ik ben, want We Have Band begint zonder een woord te zeggen en super aanstekelijk de zaal in te knallen. Eindelijk! Eindelijk! Eindelijk is mijn patroon doorbroken en speelt een in de grote zaal geprogrammeerde act me helemaal plat, en oh wat is dit fijn zeg! De superstrakke electro wint alleen maar aan sterkte, en als er vanaf het podium opgedragen wordt om maar eens te dansen ontstaat er een mosh van een formaat die normaliter alleen bij de wat hardere muziekstijlen voorkomt. Dede zingt, publiek én band vinden het fantastisch, en als sfeerbeschrijver smul ik van de stralende gezichten op het podium. Als ik niet een troef achter de hand had zou ik op dit moment We Have Band uitroepen tot zaterdagtopper. Ronduit geweldig!
Errors
Vanaf het balkon en recht voor het grote scherm blaas ik uit met een biertje en aanschouw ik Errors, dat zo te zien de kleine zaal behoorlijk laat rocken. Jammer genoeg was er geen geluid bij, of mijn oren zijn definitief opgeblazen want ik kan het niet horen. We blijven zitten waar we zijn, want zo mooi tegenover het podium in de grote zaal is het geweldig om Fools Gold te gaan kijken. Deze band lanceert zichzelf onmiddellijk met “Nadine”. Fools Gold bewijst dat je geen keiharde electro of rock nodig hebt om de grote zaal vol met dansende mensen te krijgen. De latin/multiculti getinte band is een leuke break in het programma, en het publiek smult ervan.
And So I Watch You From Afar
Helaas moet ik Fools Gold veel te vroeg verlaten, want niets gaat me weghouden bij mijn voorspelde klapper van London Calling, And So I Watch You From Afar. Deze Ierse heren staan hun instrumenten al te checken, en gezien het formaat van de Orange Amp waar ik pal tegenover sta verwacht ik dat ik zeker een meter naar achter geblazen zal worden wanneer het geweld begint. Ik voel de warmte van de zaal toenemen alsof iemand een schijnwerper op mijn rug heeft gericht, en er explodeert een werkelijk waanzinnige mosh direct achter me. ASIWYFA is van plan om samen met het publiek de kleine zaal te slopen, wat ook zeker gelukt zou zijn – ware het niet dat technische problemen er plotseling voor zorgen dat een amp, gitaar en zelfs bekabeling vervangen moet worden. De band had er soepeler mee om kunnen gaan, maar ASIWYFA is als een enorme rots die van een berghelling af stuitert: stoppen is vervelend, dóórgaan, dat is de bedoeling! Terwijl stress en verdriet om het haperende geluid op de gezichten van de bezeten Ieren af valt te lezen wordt de opstelling van gitarist Rory plots weer in orde bevonden, en de enorme goedkeuring van het publiek veegt het viertal bijna van het podium. Terwijl mensen zelfs horizontaal voorbij vliegen in de hernieuwde mosh laat de band nog even zien wat ze kunnen in het oog van zoveel liefde, en een kreet als “fuck it, we'll do two more” wordt met donderend gejuich ontvangen. Het afscheid applaus is aanhoudend en hard, de band is zichtbaar aangedaan. London Calling voorjaar 2010 is voorbij voor mij, ik vertrek. Fin.
Top: And So I Watch You From Afar, We Have Band
Flop: A Sunny Day In Glasgow, Joe Worricker
London Calling hoogtepunt: And So I Watch You From Afar

2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven