Deadman – Our Eternal Ghosts

Op de open plek aan het einde van de weg staat een man. Vele wielen trok hij door de woestijn, de hakken van zijn laarzen versleten, zijn broek vaal en gescheurd. Een gehavend overhemd, ooit moet het wit geweest zijn, bedekt zijn borst. Hij staart in de verte, zijn duimen in zijn zakken gehaakt. Hij is kleiner dan ik dacht.
Vele dagen ben ik hem gevolgd, maar nooit eerder zag ik de man die daar nu staat. Ik heb gevoeld dat hij er was. Ik probeer op te schieten, ik moet opschieten. Straks is hij weer weg. Maar ik ben zo moe. Ik wil niet meer. De wind giert en het zand waait omhoog. Met een hand voor mijn ogen strompel ik verder. Naar de man op de open plek aan het einde van de weg.
Naast elkaar staan we daar. Hij heeft niet gekeken, hij heeft niet bewogen. Toch moet hij voelen dat ik er ben, ik voel hem zo goed. Zijn lange haar wappert in de wind en ik ruik de jaren van eenzaamheid die hem vergezellen. We staren, de hitte is verzengend. Dan klinkt er muziek. Eerst zachtjes, dan harder. In de verte lopen bizons. In mijn oren klinkt oorverdovende, bezwerende muziek. Mijn eeuwenoude metgezel zakt op zijn knieën. Zijn tranen vallen op de droge grond.
De hemel splijt open, de donder rolt. Regen stort naar beneden, de wind huilt harder dan ooit. Samen staan we daar, de oude man en ik. We luisteren naar de muziek. We horen gitaren huilen. We horen weerwolven zingen. We luisteren. En we brullen het uit.


mij=One Little Indian / Bertus

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven