Walk The Line – Dag 1

Allemaal nette mensen daar in Den Haag. Dat is het eerste dat me opvalt aan het publiek bij het Walk the Line Festival. Veel meiden op hakjes en met glittertasjes, jongens met hippe hoedjes en sjaaltjes. Zelfs de rockers lopen in strakgestreken bandshirts en glimmende All-stars. De eerste band die ik zie spelen in de Supermarkt op de Grote Markt, Kid Bombardos, past prima in dit plaatje. Vier keurig gekapte jochies die de gitaren netjes boven de gordel dragen en studentikoze muziek maken die op goede momenten aan Vampire Weekend doet denken. De zanger is snipverkouden en kijkt net als zijn bandleden vooral heel angstig naar het binnendruppelende publiek in de kroeg. Eigenlijk is de band nog maar net het oefenhok ontgroeid, maar het is wel een veelbelovende opener.
Kid Bombardos


mij=Door: Gr.R. en Blink. Foto's: Dennis en Tom
En dat is John Dear Mowing Club ook. Country Noir, noemt Melle de Boer, de grote man achter de Mowing Club, het. Mocht Neil Young er ooit mee uitscheiden dan gaan we gewoon verder met Melle de Boer. Een man als Dave Eugene Edwards is ook niet heel ver weg. In de Zwarte Ruiter zijn er helaas te weinig mensen getuige van.

Louisa's Daughter

En amper bekomen van dit puike optreden gooit Louisa's Daughter, uit Brussel, er nog een schepje boven op! Liesa van der Aa en haar gitarist 'Bert' weten de aandacht van de parochie goed vast te houden met een combinatie van lieflijk en keihard, bizar en sfeervol. Liesa en Bert zitten veel op de grond te pielen met een batterij effecten en weten met sommige nummers een Massive Attack-achtige sfeer op te roepen. De cover van PJ Harvey's Rid of Me, die door Liesa wordt aangekondigd met 'Ik ben fan van PJ Harvey. Als ik lesbisch was, zou ik het wel weten' is prachtig en als het schelle 'Lick my legs I'm on fire' door de Lutherse Kerk galmt, heb ik het eerste kippenvelmoment van de avond.
Als ik enkele minuten later binnenloop bij The Crookes in de Zwarte Ruiter heb ik bij het zien van de band eigenlijk al geen zin meer. Opnieuw gitaren boven de gordel, haar in de scheiding en opgerolde mouwen en broekspijpen. Ondanks de inzet van de overigens prima zanger speelt de band een soort rockabilly van zo'n enorm tergende lulligheid dat ik snel een deur verderop ga naar Theophilus London, uit Brooklyn. Rapper Theophilus pielt wat raak met een MacBook en een microfoon, maar weet nergens een originele noot te raken. Hij vraagt ons om mee te dansen, maar daarvoor zul je toch van betere huize moeten komen Theophilus! Dit is te obligaat.
Sleigh Bells
Gelukkig is het Paard dicht bij en daar speelt Sleigh Bells, de zelfverklaarde hype van fotograaf Dennis. Pitchfork is het met hem eens want die geven debuut Treats vandaag een 8.7. En eerlijk gezegd, daar is wel wat van terug te horen. Snoeiharde electronica, van tape, met een puike gitaar eroverheen, aan elkaar gezongen/geschreeuwd/gekrijst door een zangeres met stembanden als staalkabels, die toch opvallend zuiver blijft. Hier gaan wel de eerste voetjes van de vloer. Het is stikdonker op het podium, maar met een springende zangeres en die gitarist gebeurt daar verder toch niet zoveel. Intussen is in een afgeladen grote zaal The Deaf gaan spelen, het hobbyproject van Di-Rect's gitarist Spike. De band is een soort White Stripes on acid, het tempo ligt moordend hoog en Spike maakt indruk. Muzikaal is het allemaal niet bijster origineel, maar de enorme inzet en het plezier van de band slaat over op het publiek. Spike haalt alle mogelijke rockposes uit de kast, inclusief Pete Townshends windmolenzwaai, die hij waarschijnlijk goed heeft kunnen oefenen toen Di-Rect Tommy uitvoerde.
Harper Simon
Na het oorverdovende geweld van The Deaf is de rust van Harper Simon in de Lutherse Kerk eigenlijk best lekker. De kleine singer-songwriter (en ja, de zoon van Paul) probeert met een extra gitarist het gezellig kletsende publiek in de kerk geboeid te houden. Dit lukt maar ten dele, hetgeen zeker niet aan Simon ligt want zijn stem klinkt prachtig in de kerk en de twee Pussycatmeisjes die wat achtergrondzang mogen doen zijn best aandoenlijk. Die twee achtergrondzangeresjes hadden The Dutchess and The Duke niet, maar die hebben dan weer een charmante zangeres met Kimberley Morrison. Kimberley en bandleider Jesse Lortz zitten tegenover elkaar op het podium en kleuren netjes binnen de lijntjes van het folkgenre. En eigenlijk waren ze beter op hun plek geweest in een wat charmantere omgeving als de Lutherse Kerk of de Zwarte Ruiter. Desalniettemin alleraardigst! Wie overigens wel in het Paard passen zijn Wild Palms, want Grote Gebaren hebben een Groot Podium nodig. Wild Palms doet, zoals zovele bands, de jaren tachtig nog eens dunnetjes over en zijn hebben gekozen om ergens midden tussen My Bloody Valentine en Echo and the Bunnymen te gaan zitten. Shoegaze met echte liedjes, zeg maar. Inclusief een heerlijke Big Country doedelzakgitaar. En ze spelen, zoals iedere rechtgeaarde shoegaze-band, oorverschroeiend hard. Niks mis mee!
Echte rockchicks zijn de drie mooie meiden van Rebelle. Het geluid in de Zwarte Ruiter is opnieuw belabberd maar dat lijkt het publiek niet te deren. Er staan dan ook voornamelijk vrienden en collega's te kijken, inclusief de (aaaahhhhh!) nieuwe krullenbolzanger van Di-Rect. De drumster is te gek, maar verder blijft de band toch een beetje steken in typische rockacademierock. Ik vraag me af of het publiek net zo enthousiast was geweest als er drie lelijke kerels op het podium hadden gestaan. Lelijke kerels zijn er genoeg bij Zoey van Goey, een band van Canadezen uit Glasgow. Ze spelen voor het eerst in Nederland en de indiefolk van de band overtuigt een goed gevulde kerk. Het is wel een raar stelletje. Een gitarist met blij gospelhoofd, een zwaar behaarde en bebaarde hippiebassist op blote voeten en een schattig zomerjurkmeisje op zang en toetsen. De leider van de band is de drummer die het allemaal niet zo serieus neemt en regelmatig in de lach schiet als hij zijn eigen nummers aankondigt. Leuke en sympathieke band.
Meursalt
Elektronica voert vanavond de boventoon in de Lutherse Kerk, want ook Meursalt maakt er gebruik van. Alleen is Neil Pennycook, frontman van Meursalt, op zijn best als de elektronica niet mee doet. Neil is beter alleen op zijn elektrische gitaar, al is de Engelse pers dat niet met me eens. Gelukkig voor mij stuurt Neil zijn begeleiders zo af en toe van het podium.

Esben and the Witch

De elektronica werkt wel erg goed in Zwarte Ruiter, waar Esben and the Witch speelt. Erg hip, charismatische frontvrouw Rachel, een puike gitarist en erg goed. Esben and the Witch weten puike liedjes met een rauw randje te maken en eigenlijk is de Zwarte Ruiter te klein voor ze. Deze band is uiterst geschikt voor Lowlands.
Wie het allemaal heel serieus nemen, misschien zelfs wel te serieus, zijn de Canadezen van Timber Timbre. Zittend op een spaarzaam verlicht podium spelen de drie een dreigend soort Americana dat me vooral doet denken aan een soundtrack van Ry Cooder. Zware kost dus en aan mij niet besteed. Dan liever een deurtje verder en wachten op The Courteeners. Er zijn maar weinig bands zo typisch Brits als deze heren uit Manchester. Een beetje Oasis, een beetje Arctic Monkeys, en een beetje Kaiser Chiefs. De grote zaal van het Paard loopt er niet echt warm voor, met uitzondering van een handjevol enthousiaste Britten. Pas in het laatste deel van de set komt het publiek los en bij afsluiter What Took You So Long wordt er zowaar flink gesprongen voor het podium. Een prima band en goed optreden, maar toch overheerst de indruk dat The Courteneers een beetje tussen een wal en een schip vallen. We sluiten de avond af met Field Music.

Field Music

Ondanks het feit dat een ieder lyrisch is over Field Music laatste plaat is het opvallend rustig in de zaal. Field Music trekt zich er niets van aan en zet een puike show neer en speelt de toch niet gemakkelijke muziek opvallend losjes. Daarmee sluiten ze een eerste avond van een festival af, dat nu al goedgekeurd is! Lekker van genre naar genre hoppen op karakteristieke locaties. En als ik naar het programma van de zaterdag kijk, kan het alleen nog maar leuker worden…

3 reacties

  1. Ik kwam voor Field Music, die me niet teleurstelden, maar ontdekte dankzij Walk The Line een aantal nieuwe namen. Ik had The Kissaway Trail wel wat langer willen zien, maar ze vielen samen met bovenstaanden. ReBelle verraste me: ik dacht naar een leuk meidengroepje te gaan kijken, maar het bleken zowaar goeie muzikanten te zijn, met vlotte, leuke liedjes. Kan zó naar DDWD, naar mijn mening.
    Louisa’s Daughter vond ik inderdaad ook erg charmant, typisch Vlaams. Ik kan niet wachten tot jullie verslag van de zaterdag. Met name Warpaint was daar legendarisch..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven