Roadburn 2015 – Voorpret

Donderdag gaan de poorten weer open van een van de meest relaxte festivals die ik ken: Roadburn. Krachtvoer voor stoere kerels met lange haren, ruige baarden en tattoos / piercings op plekken waar je ze niet verwacht. Maar het is een enorm goedaardig en internationaal volkje, zo bleek ook vorig jaar toen we er voor het eerst waren, en dat zorgt voor een uitermate fijne sfeer. En dat terwijl we wel degelijk te maken hebben met doorgaans harde, lompe, donkere, bijtende, schurende, muziek. Hoe harder de muziek, hoe aardiger de mensen, zo zeg ik wel eens. Het festival in en rondom 013 in Tilburg is al vele jaren vermaard onder liefhebbers van onder meer doom, stoner, sludge, en alles wat daar op lijkt, maar er is ook ruimte voor genres als psych, prog, kraut, en blackmetal. De bands treden er zelf ook graag op en zien het zelfs als een grote eer om er überhaupt te mogen spelen. Ik bedenk me wel eens dat je als band in dit soort genres ook weinig voorstelt als je nooit voor Roadburn wordt gevraagd.
Roadburn
Roadburn heeft de crème de la crème op dit gebied, al zijn er tegenwoordig meer festivals die zich oriënteren op dit soort obscure genres. Misschien is dat de ook reden dat dit jaar de twintigste editie van het festival minder snel is uitverkocht dan voorgaande edities, er zijn zelfs nog een paar dagkaarten (voor het eerst dit jaar beschikbaar overigens) te koop voor de donderdag en zaterdag. Misschien is Roadburn nog wel leidend, maar minder uniek dan vroeger. Aan de kwaliteit kan het niet liggen zou je zeggen, ook dit jaar is het weer een mooie mix van verschillende stijlen, met toonaangevende bands van vroeger en de meest veelbelovende bands van nu. Het uitzoeken van de juiste looproute is een hele klus, met name omdat er zo verduiveld veel onbekende bands spelen in een compact programma, waarvan je weet dat er hele goede dingen tussen zullen zitten. Meer dan 100 optredens verdeeld over vijf podia, verdeeld over vier dagen, als je de ‘Afterburner’ op de zondag (waar drie van de vijf podia worden gebruikt) meetelt.


mij=Door: tBeest.
En dan reken ik maar even niet de ‘Hardrock Hideout’ mee, die woensdagavond al wordt gehouden in café Cul du Sac voor de reizigers die dan toch al in Tilburg zijn. Het café ligt om de hoek bij 013. met een podiumpje weggestopt achterin het café. Het is inmiddels een vaste locatie van het Roadburn festival. Op woensdagavond kun je daar alvast indrinken en (gratis) kijken naar Prematory (omschreven als ‘thrash-until-we-crash’) en Bark (met ‘extreem smerige riffs’). Onder de noemer ‘Roadburn Festival Introduces’ wordt nieuw talent gepresenteerd, waaronder deze twee bands uit België.
Maar goed, we komen pas aan op donderdag. Eens kijken wat het blokkenschema ons te bieden heeft, al blijft het verrekte persoonlijk. Ik beschrijf hier de route die ik zo ongeveer zou kiezen. Check hier het blokkenschema, maar daarbij laat ik bepaalde genres wel een beetje links liggen, zoals schreeuwerige en dichtgesmeerde blackmetal bijvoorbeeld. Voor ieder wat wils.
Sólstafir_klein.jpg
De donderdag van het festival belooft in elk geval al een aardige kluif te worden, in de goede zin des woords. Aan de bak dus, direct al om 15:00 uur kun je met Sólstafir kiezen voor een weidse, melodieuze, postrock-achtige sfeertrip. Althans, dit is wat ze normaal doen. De band treedt ook op vrijdag op, maar op donderdag is het een speciaal dingetje: Sólstafir zal hier de cultfilm-klassieker Hrafninn Flýgur (When The Raven Flies) live voorzien van muziek. Voor het eerst buiten hun eigen land overigens. Met de Viking-film zelf dus op de achtergrond. Ik kan me zo voorstellen dat de soundtrack net wat anders zal klinken dan hun prachtplaat Ótta, het is immers instrumentaal, maar verder ken ik de soundtrack en de film nog niet. Benieuwd. Overlappingen in het schema zijn onvermijdelijk met zoveel goede acts, dus dan mis ik bijvoorbeeld het Amerikaanse Minsk in Stage01 met hun bombastische en massieve post-metal en de onvermijdelijk dik reutelende gitaren. Of neem de graf-doom van Bell Witch dat Het Patronaat vast een flinke dreun gaat verkopen. Prachtige locatie trouwens, daar op de eerste verdieping van die kerk. Benieuwd of het glas-in-lood het ook dit jaar weer houdt. Ook een kleine overlap van Sólstafir met Sub Rosa in Het Patronaat. Als de kerk nog niet vol staat, kan ik daar nog even genieten van die bijzondere combinatie van lompe, traag slepende doom met een lik melodie, en de zang van Rebecca Vernon. Het Amerikaanse Primitive Man is ook weer zo’n massieve, lompe ‘blackened’ doom-act om door omver geblazen te worden. ‘Primitive Man beats the listener senseless with abrasive chunks of unapologetic, claustrophobic terror’, aldus het programmaboekje, en veel kleurrijker dan de beschrijvingen van de organisatie zelf kun je het eigenlijk nooit bedenken. Je moet er wel net zin in hebben. Sowieso wil ik Spidergawd niet missen. De Noorse supergroep heeft twee leden van (een mijn favoriete bands) Motorpsycho in de gelederen: Bent Sæther op bas en Kenneth Kapstad op drums. Da’s al een reden om ze niet over te slaan, maar ze maken ook gewoon fijne ongedwongen stevige jaren zeventig woestijn- of bluesrock/stoner. De band bestaat bestaat verder uit Per Borten (ook zanger/gitarist van Cadillac) en Rolf Martin Snustad op saxofoon. Een sax! Altijd lekker om eens op zo’n festival ook iets anders te horen dan laag gestemde of vervormde gitaren. Dat het een klein beetje overlapt met mijn favoriete Russian Circles is misschien niet zo’n ramp. Gewoon een sprintje trekken van de kerk terug naar de grote zaal, en daar genieten van die beestachtig fijne instrumentale post-rock/metal, zowel doorspekt met dikke riffs als met souplesse gespeelde en mooi gelaagde gitaarpartijen. Misschien lig ik dan al op apegapen om ook nog eens Moaning Cities (fuzzy psychpop/rock) op te zoeken. Je moet ook ergens even kunnen rusten en een hapje eten. Het bekendere Wovenhand, ooit begonnen als een zijproject van David Eugene Edwards van 16 Horsepower, mag in de grote zaal aantreden met hun donkere alt-rock, countryfolk, psych noir, of hoe je het ook wilt noemen. Lastig grijpbaar, maar het pakt me wel. Benieuwd hoe dat live overkomt. Het overlapt wel weer grotendeels met Monolord, een van de fijnere zwaardere ontdekkingen. Heavy doom dus, met brullende laaggestemde giaren. Als je het even lomp wilt hebben is dit de juiste keuze, het hangt er soms ook maar vanaf waar je op dat moment zin in hebt. KEN mode dan misschien, maar deze post-hardcoreband heb ik al eens eerder gezien. En Helms Alee daarna, dat niet voor niets met Russian Circles op tournee is: melodieuze sludge met post-metal achtige passages. Ik ben hier wel benieuwd of de songs kunnen overtuigen live. Een naam als Goatwhore klinkt al top, maar of de ‘blackened deathmetal’ mij gaat overtuigen betwijfel ik. Misschien moet ik maar op tijd in de rij gaan staan voor een van de afsluiters, waarbij het kiezen wordt tussen Mugstar en Lazer/Wulf. Mugstar doet op zaterdag nog een set, maar dat is meer een rustigere soundtrack. Vorig jaar maakten ze in elk geval indruk tijdens het Eindhoven Psych Lab. Of toch maar Lazer/Wulf, met uptempo opzwepende (poly)technische/progressieve metal dat ergens wel doet denken aan een band als Dillinger Escape Plan. Beide acts zorgen in elk geval een flink adrenalineshot voordat we afsluiten met de metal-disco in de foyer van 013.
Woven Hand
Vrijdag is de dag die wordt gecureerd door Ivar Bjørnson (Enslaved) en Einar ‘Kvitrafn’ Selvik (Wardruna). De bands in 013 zijn vandaag persoonlijk uitgezocht door de heren, en ze spelen er zelf uiteraard ook (meerdere keren). Einar Selvik zal zelf de dag openen met een workshop in de Green Room. Hier zal hij een boekje open doen over zijn creatieve aanpak en concepten achter zijn ‘Runaljod’-trilogie, zal hij oude Noorse instrumenten demonstreren, en een akoestische Wardruna-set spelen, waarna je vragen kunt stellen. Dit overlapt met Majeure in Het Patronaat, oftewel A.E. Paterra, drummer van de band Zombi die op zaterdagavond de Main Stage afsluit. Hij maakt onder deze naam spacy muziek, als de soundtrack bij een documentaire van een ruimtemissie. Gladde synth-kraut wellicht, met een eighties-randje. De andere helft van Zombi, Steve Moore, speelt een setje later in dezelfde zaal, met vergelijkbare klanken. Ambient synths, die ineens beelden van berglandschappen oproepen. Maar je kunt ook een gewone set van Sólstafir meepakken, zeker als je Aðalbjörn “Addi” Tryggvason ook eens wilt horen zingen. Intens en getergd, en een tikkie vals. Moet kunnen. Na die soundtrack gisteren vandaag vast werk van die laatste prachtplaat Ótta of een van die eerdere prima albums. Big Naturals is een van de dingen die me wel aansprak in het Cul de Sac-café, met leden van Anthroprophh en dat klinkt zoiets als langgerekte noisy punkkraut. Daarna zeker op tijd naar Stage01 waar het altijd proppen op de vierkante meter is. Kenneth Kapstad speelt namelijk mee met Brimstone vandaag en daarmee is het dus na Spidergawd de tweede kans om de drummer eens in een andere band te zien spelen dan Motorpsycho. Als invaller doet hij het vast fantastisch, want zijn briljante jazzy en groovy drumspel komt goed tot z’n recht in deze band. Brimstone klinkt als vintage rock, melodieus en popliedjes-achtig, maar proggy gemaakt. Af en toe met van die heerlijke instrumentale tussenstukjes, waarin de gitaren wat harder in de fuzz gaan. Lekker. De gotische rock van Fields Of The Nephilim in de grote zaal sla ik denk ik toch maar over. Hoe groot de impact ook was van deze Britse band op genregenoten, ik raak er maar niet echt opgewonden van, op sommige dromerige stukken na. Waarschijnlijk ga ik gewoon voor de oude Hollandse prog-leerschool van Focus. Moet je een keer gezien hebben. Al is het maar omdat ik Mikael Åkerfeldt er eens ook over heb gehoord. ‘Hoe heet die jodelgast ook alweer?’, riep hij toen. ‘Thijs van Leer!’, werd uit het publiek geroepen. Leuk zo’n soort band vandaag, het is toch al een diverse dag met vele gezichten. Wardruna en Enslaved zelf sla ik dan misschien over, inclusief de gezamenlijke en bijzondere Skuggsjá-uitvoering. Hoewel niet slecht allemaal (het zou op Lowlands zelfs een hoogtepuntje voor me vormen gok ik), is er gewoon te veel ander goeds te vinden op de vrijdagavond. Zo wil ik The Heads niet missen. Vorig jaar cancelden ze nog hun hele tour, dit jaar moeten ze er maar gewoon gaan staan. Omdat ik dat zeg. En wil. De Britse band heeft een vrachtlading aan ervaring en albums uitgebracht sinds 1990 en ik verlang wel naar hun uptempo psych-/kraut-/spacerock met harde riffs, stofzuiger-fuzzende gitaren, en opwindende drums/bas. Dan kiezen tussen Profetus (in het prachtige ‘funeral-doom’-genre met orgels en imposante diepe roggelzang) en Death Hawks (melodieuze vintage psych). Net waar je zin in hebt. Agusa speelt tussendoor ook nog in die kleine rotzaal in 013 met hun fijne psychprog met retro-orgeltje, maar in elk geval op tijd naar Pyramidal, een van de fijnste ontdekkingen tijdens het voorluisteren. Deze Spanjaarden spelen een geweldig potje prog-/psych-/spacerock, beïnvloed door rockbands uit de jaren zeventig zoals Hawkwind, Can, Black Sabbath, Amon Duul II en Ash Ra Tempel. Me dunkt, een mooie afsluiter.
Enslaved
En dan zitten we pas op de helft. De zaterdag kenmerkt zich als een dag met veel goede bands, maar niet met heel veel uitschieters waar ik nu echt per se naar toe moet. Op ontdekkingstocht dus. Briqueville uit België wordt aangekondigd als mysterieus en bizar, en klinkt zo op het eerste gehoor als een soort occulte psychdoom met herhalende bezwering, met een verwijzing naar bands als Sleep, Bong en Amenra. Het tafereeltje, of noem het een seance, is compleet door met maskers op te treden.  Claudio Simonetti’s Goblin was vorig jaar een verrassing in de grote zaal, uitgenodigd door curator Mikael Åkerfeldt (Opeth). Het hele publiek was wild enthousiast over deze (best wel cheesy) progressieve elektronische rock, waaronder bekende tunes voor horrorfilms. Het paste uitstekend op het festival. Dit jaar mag de band maar liefst twee keer terugkomen in de grote zaal en kunnen we, net als bij Sólstafir op donderdag, ondertussen meekijken met een film zelf: de hororklassieker Dawn Of The Dead uit 1978. Op zondag een herkansing trouwens, met een andere film (Suspiria). Alternatief rond die tijd is bijvoorbeeld Miava met post-metal dat wel wat weg heeft van het eveneens Belgische Steak Number Eight. Of Oozing Wound, met wat scherp fuzzende thrash, of zoals Roadburn dat zelf (veel beter) omschrijft als ‘some of the filthiest, snottiest, relentless and downright loud crossover thrash this side of early 80s Metallica, Slayer and Suicidal Tendencies’. Vervolgens kunnen we naar Enslaved (in de herhaling van gisteren) of toch het Spaanse Domo, met psychrock uit eind jaren zestig / begin jaren zeventig. Domo heeft ergens wel iets weg van Papir (vorig jaar op Roadburn) of het Belgische Dans Dans, in mijn beleving dan. Messenger staat ook rond die tijd geprogrammeerd dat ineens weer heel veel rust heeft en poppy klinkt. Het is een lichte vorm van psychprog op z’n best, met een zang die ergens wel wat lijkt op Pain of Salvation. Even bijkomen van het zwaardere geweld zou hier prima kunnen. Dan kun je nog een keer naar The Heads in de grote zaal, maar ook Darkher klinkt interessant rondom deze tijd. Singer-songwriter Jayn H. Wissenberg maakt donkere mysterieuze folk / gothic (denk aan Chelsea Wolfe bijvoorbeeld) met mooie zachte (cleane) zang. Kayo Dot gooit een hele hoop stijlen door elkaar en dan zou je het avant-garde metal kunnen noemen, progrock/-metal, postrock/-metal, jazz, dark wave, kamermuziek. Eh.Van alles wat dus. Van opgefokt en noisy naar een stuk rustiger. Als je zin hebt in onheilspellende enge horrormuziek zou je naar Zoltan kunnen gaan tussendoor, maar ook Mugstar begint dan weer snel met de uitvoering van hun soundtrack Ad Marginem uit 2012, en dat is een heel stuk rustiger dan hun normale werk, met meer soundscapes, ambient-achtig. Meer post-rock dan psych eigenlijk. Als afsluiter zal het wel kiezen worden. King Hiss zou kunnen, met hun thrash-achtige stoner dat neigt naar klassieke metal. Of Zombi, dat meer in de buurt ligt van Goblin met hun cheesy dikke synths. Sfeervol wel.
Izah
Benieuwd hoe zo’n laatste dag er aan toe gaat. De traditionele ‘Afterburner’ hebben we vorig jaar niet bezocht, maar  daar kregen we toch wel een beetje spijt van. Tja, als je er toch bent. Of wordt het toch een uitputtingsslag? Er zijn in elk geval ook vandaag weer een aantal acts om van te smullen. Zo is White Hills uit New York gelijk de eerste band vandaag die hoog op mijn verlanglijstje staat. Ik ben de band ooit eens in een opwelling bezocht in Doornroosje, het was toch dichtbij, en dat vond ik toen waanzinnig. Het betere space- en psychedelische rock, en ook al vaker op Roadburn gestaan. Alleen al bassiste Ego Sensation is een – eh – sensatie om te bewonderen, maar uiteraard gaat het om de muziek. Dik. In orde. Fijn uit eigen stad Tilburg is IZAH,  met hun aardige bombastische post-metal-achtige muziek, al overlapt het deels met White Hills. Bongripper heb ik donderdag geheid gemist, dus vandaag de herkansing. Lekkere lompe doom/sludge, al ligt te veel herhaling wat op de loer. Dan wordt het een beetje zoeken. Gnaw Their Tongues is noise, black metal, doom-achtige ambient. ‘Leipe enge twisted shizzle’, had ik ergens opgeschreven, als bij een horror-soundtrack. Gezellig. Project van Mories overigens (vorig jaar nog gezien als Seirom). Goblin is er dan dus nog een keer, dit keer met de live gespeelde soundtrack van Susperia met de film op de achtergrond in de grote zaal (val niet in slaap), of ik ga eens kijken bij Lo-Pan met hun fuzzy groovy stonerrock. Anathema is zo’n beetje de hoofdact van vandaag, en die heb ik nog niet eerder gezien. Toch val ik nog wel eens in slaap bij hun softe progrock, maar dit optreden is wel een hele bijzondere. In het kader van hun 25-jarig jubileum gaan ze ook terug in de tijd naar het oudere werk, waarbij voormalig bassist en schrijver Duncan Patterson en originele zanger Darren White ook een rol zullen gaan vervullen. Als alternatief is Terminal Cheescake zeker aan te raden met hun overdonderende psych-noise. Vorig jaar nog gezien op het Eindhoven Psych Lab en dat was prima. Dan loopt Roadburn bijna op z’n einde. The Osiris Club is zoiets als oude symfo/prog en The Golden Grass klinkt ook als rock uit oudere tijden. Ter plekke kiezen dan maar. En dan op het einde nog wat Tweak Bird meepakken misschien. De twee broers weten met drums en gitaar toch een heavy rockgeluid te produceren. Soms wat rustiger, soms dikker fuzzend.
Maar daarna is het dan ook echt afgelopen.  Have fun!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven