Down The Rabbit Hole 2015 – vrijdag

De zomer mag je met recht het festivalseizoen noemen. Na Pinkpop (voor het eerst gehouden in 1970) en Best Kept Secret (begonnen in 2013) was het afgelopen weekend de beurt aan Down The Rabbit Hole (begonnen in 2014). Omdat de organisatie in handen is van Mojo, dat ook Lowlands organiseert, was het direct een volwaardige speler in het veld, getuige de prima line-up en dito voorzieningen. En als het weer dan ook nog eens lekker meezit…


mij=Door TheLeonKing en Stonehead.
Down the Rabbit Hole is goed bezocht. Mojo geeft aan zo’n 15.000 bezoekers gehad te hebben. Ook op internet is deze recensie slechts een van de zeer velen.
Rond het middaguur op de eerste dag opent Blaudzun het muzikale programma, door over de camping te trekken als een rattenvanger van Hamelen, met zijn band spelend in een kooi op een aanhanger achter een langzaam rijdende trekker met een aggregaat, waar honderden mensen en enkele cameraploegen achteraan banjeren.
De eerste band op het terrein is het Nijmeegse Black Bottle Riot, dat laat horen hoe machtige gitaarrock klinkt. Technisch hoogstaand, mist wel nog hits. De Teddy Widder-tent is tevreden. (Teddy Widder? Ja, dit is een Teddy Widder.)
Songhoy Blues brengt een dansbaar en vrolijk mengsel van Django Django en wereldmuziek. Ook letterlijk, want de drie uit hun moederland gevluchte Malinezen maakten samen met producer Nick Zinner (Yeah Yeah Yeahs) hun album Music in Exile. Dit optreden overtrof mijn verwachtingen; typisch zo’n voorbeeld dat je op festivals juist bij de onbekende namen de mooiste dingen kunt ontdekken.
Misun is de eerste act in de Fuzzy Lop-tent en maakt makkelijk in het gehoor liggende synthpop, die echter ook niet blijft hangen.
Ik was nog net op tijd om het Canadese duo Death From Above 1979 in de veel te grote Hotot-tent te aanschouwen. Nou, dat knalde er behoorlijk lomp in, maar echt aanslaan deed het niet. Ondanks dat hun laatste album The Physical World toch behoorlijk goed is, evenals het debuut van dik tien jaar terug. Zanger/drummer Sebastien Grainger – die inmiddels ook al goede soloplaten gemaakt heeft – beschikt toch wel over een fijne schreeuwstem. Toch verlangde ik een beetje naar Japandroids.
zZz maakte er in de Teddy Widder een zwoel Hammondfeestje van, natuurlijk met klassieker ‘ecstacy’. Het was er goed druk. Je merkt wel dat de nummers een beetje dezelfde formule volgen, en veel nummers in het begin van de set eindigen op dezelfde, nogal plotse wijze.
De jonge gasten van Rats On Rafts – door sommigen al de beste liveband van Nederland genoemd – begonnen nogal schuchter aan hun set in de ronde Fuzzy Lop-tent en eerlijk gezegd klonken de eerste paar liedjes nergens naar. Te simpel, te nikszeggend. Maar eenmaal opgewarmd werd het steeds beter en beter. Hun neo-postpunk mocht er zeker wezen. Bijzonder dat de intense, donkere muziek toch enigszins licht werd gehouden door het fijne tikken op hi-hat danwel bekkens van de drummer. Goed bandje, toch wel.
Tegelijkertijd speelt de Amerikaanse topproducer Flying Lotus een set. Zijn laatste twee albums zijn voor fans van zijn hiphop-elektronica-meesterwerk Cosmogramma niet eenvoudig te verteren, want teveel jazz. Live blijkt hij echter verder te gaan waar Cosmogramma ophield. Dit is echt next-level elektronica. Intrigerend, dansbaar, edgy en muzikaal bijzonder afwisselend, met zowel oud als nieuw werk. Wat er ‘live’ gemixt wordt en wat niet, is totaal niet te onderscheiden. En alsof de muziek nog niet indrukwekkend genoeg is, worden er ronduit fantastische abstracte visuals op het doek geprojecteerd dat tussen Flying Lotus en het publiek in is gespannen, over een grote kubusconstructie. Een toch ook niet misselijke producer als Araabmuzik wordt hier echt in de hoek gezet. Temidden van al zijn eigen futuristische sounds (en zijn geweldige single van vorig jaar, “Never Catch Me”, hier instrumentaal gebracht) mixt Flying Lotus zelfs nog een track van Queen ertussendoor, wat volstrekt onlogisch lijkt als ik het hier opschrijf, maar live werkt het. Wow! En het publiek deint goed mee voor dit niet heel toegankelijke optreden, dat voor liefhebbers van elektronische muziek verreweg het beste van de dag is. Aan het slot springt FlyLo achter zijn dj-tafel en doek vandaan, rent hij het voorpodium op en rapt hij nog een blokje Captain Murphy-tracks. Wat een held!
(Van FlyLo staan diverse bootlegs op YouTube)

Ryan Adams leek mij op voorhand een hoogtepunt, maar het viel me behoorlijk tegen. De alt-country had me een te hoog Bruce Springsteen-gehalte, het was niet rauw genoeg naar mijn zin. Dus schoof ik aan bij één van de vele fijne eettentjes. Die zijn grofweg verdeeld over het Idyllische Veldje, het Vuige Veld en de festivalweide achter de Hotot. Een munt kost €2,60 en voor een beetje maaltijd ben je al gauw 4 munten kwijt. Gelukkig is deze catering óók een mix van bekend (Friethoes, Heet Brood, pasta) en nieuw. Er is een wereldkeuken en een wijnbar, je kunt je eigen salade samenstellen en er zijn zelfs bakjes sashimi te krijgen. Bij zowel de koffietenten als de cocktailtent is ijskoffie voor 1 munt te krijgen, wat met dit warme weer goed uitkomt.
Waar ik dan weer helemaal niet op gerekend had, maar zowaar het hoogtepunt van het festival werd: Patti Smith. Deze grijze dame is natuurlijk een legende en inmiddels goed op leeftijd, maar ze had me toch een partij energie en nam direct bezit van het podium. Begeleid door haar strakke band speelde ze haar album Horses integraal. Halverwege, tussen twee nummers in, deelt ze droogjes mee: “And now we played side A. Turn the record en put the needle in de groove for side B” – wat het publiek, een mix van jong en veel oud die veel te hard klapt voor de minder boeiende tracks, nog eens extra in blijdschap laat uitbarsten. Patti leidde een fijne hoogmis waarbij het ‘hallelujah’ vervangen was door ‘Gloria’. Dat ze door verkoudheid niet helemaal goed bij stem was deerde niet, ze knokte zich furieus en waardig door de zangpartijen heen en dwong alleen maar meer respect af. Ook dat ze even met blote handen wat snaren van een gitaar trok. Eindigend met ‘Dancing Barefoot’, The Who-cover ‘My Generation’ en ‘People Have The Power’ maakte ze het helemaal af.
Door Patti miste ik het begin van Damien Rice. Waarschijnlijk had je bovendien helemaal voorin moeten staan om echt van dit optreden te kunnen genieten. Buiten de tent was het volume te laag om het goed te kunnen volgen (er hingen ook geen schermen), binnen de tent leek het wel één grote borrel – het publiek was massaal aan het kletsen. Een grote schande, dodelijk voor zo’n intieme performance. Anderzijds, na een aantal liedjes was ik het ook wel beu dat Rice in zijn eentje op het podium stond en hoopte ik erop dat er een band hem kwam begeleiden. Veel van zijn liedjes vind ik prachtig en ook op My Favorite Faded Fantasy bloeien emotionele liedjes als “The Greatest Bastard” pas halverwege open, maar op DTRH kwamen ze zo niet echt bij me binnen. Het sampelen en de muur van geluid die daardoor ontstond begon steeds meer op een trucje te lijken. Toch jammer. (Hoe het wel moest, bewijzen de bootlegs van Rock Werchter.)
Tegelijk met Damien Rice bouwden Throes & the Shine een prima feestje, net als op Oranjepop in Nijmegen recent. Twee hyperactief dansende MC’s met Stromae-moves naast twee muzikanten. Dit is de representatieve single.
Voor middernacht gaat er op het Idyllische Veldje opeens een hek open. Dit blijkt de toegang naar Het Bos, waar namelijk een niet-aangekondigd optreden van De Staat plaatsvindt. De beamers geven prachtige lichteffecten op de bladeren, verder valt er van de band niet zoveel te zien. Er staan veel mensen en op de mulle grond vol boomwortels is het ook niet echt makkelijk dansen. Maar de sfeer is uitgelaten, de band speelt naast eigen werk (‘Witch Doctor’) allerlei maffe covers (‘Zombie Nation’) en zelfs één nieuw nummer.
Verder was het goed toeven op het Vuige Veld, bij de Brand-bar met name. Stiekem was ik nog even bij Omar Souleyman gaan kijken, maar daar hield ik het niet lang vol… Deze Syriër in lang wit gewaad (met microfoon) maakt samen met een producer (met één doosje) een mix van Arabische feestmuziek en party-EDM. Het leidt gegarandeerd tot hossende menigtes en een volle tent, maar zijn nummers zijn weinig onderscheidend en je hebt het vrij snel gezien.
Na Souleyman komen Hunee en Thomas Martojo een fijne vintage-discoset presenteren. Hunee is bekend geworden na zijn succesvolle optredens in o.a. club Trouw. Als de in Amsterdam verdwaalde Koreaan niet voortdurend voor dj-sets in Europa gevraagd bleef worden, was hij naar eigen zeggen in Amerika gaan wonen. Thomas Martojo is een van de drie leden van Dekmantel Soundsystem, dat intussen zelfs zijn eigen festival heeft opgezet. Er komen dan ook weer heel wat on-shazambare obscure discogrooves langs. Fijn!
Onderweg naar onze campingtent komen we nog langs ‘Rabbit Radio’, een dj-set in de Teddy Widder. Dat blijkt een voorspelbare reeks festivalanthems te zijn, met de grootste hits van Franz Ferdinand, White Stripes en dergelijke. Ach.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven