“Without you, this would be band practice”, aldus Frank Carter. Daar heeft-ie een punt. Daarom zijn wij op Lowlands om te kijken hoe Frank Carter en een grote hoeveelheid andere bands hun kunsten vertonen. “I play, you sing” zei een andere Frank, Turner, al. De rollen zijn duidelijk. En wij van File Under schrijven daar dan weer over.
We lijken geluk te hebben. De voorspellingen waren onheilspellend. Het zou regenen, regenen en nog eens regenen op Lowlands 2017. Maar zoals dat vaker gaat, het meeste valt ernaast. En die enkele bui kunnen we hebben, want er is tijd genoeg om op te drogen. Inmiddels hebben we de weg op het terrein weer gevonden en weten we ook weer waar de pannenkoekentent staat. Weer op een andere plek! En die is belangrijk want er is geen beter festivalvoer dan de pannenkoek. Maar, eerst koffie en A Blaze of Feather.
Door: Gr.R.
Het is nog vroeg als A Blaze of Feather begint. En daar moet de band ook even aan wennen, want ze openen met Goodnight Lowlands, dat snel gecorrigeerd wordt naar een Good Afternoon. A Blaze of Feather is het project van Mickey Smith, waarin Ben Howard gitaarassistentie verleent. Smith kan gedacht hebben, wat The War on Drugs kunnen, dat kan ik ook, maar het kan ook zijn dat Smith, naast muzikant ook regisseur en fotograaf, zijn beelden op muziek wilde zetten. Anyway, het werkt wel. A Blaze of Feather, genoemd naar een uitspraak van het dochtertje van Smith, maakt fijn meanderende filmische muziek en ja, dan komt die eerder genoemde War on Drugs om de hoek kijken. Is dat erg? Nee. Althans niet volgens een, voor het tijdstip redelijk volle Heineken. De debuutplaat is al goed, live komt het allemaal nog iets beter uit de verf. Alleen speelt de band het laatste concert van de tour, misschien dat ze daarom er ook nog een tandje bij doen. Bij Palace moet er ook nog wel een tandje bij. Jonge knaapjes met een bleke uitstraling en op zich aardige liedjes. Alleen, op het podium vlamt het nog niet. Dan is de aandacht snel verloren. Maar goed, daar staan ze voor en Lowlands is een aantal van de kilometers die de band moet maken om beter te worden. Husky Loops kan de aandacht ook nog niet vasthouden. “Is the Bass loud enough”, vraagt men. Jazeker, en de basloopjes zijn ook goed, maar voor de rest wil de band teveel. De goede ideeën verzuipen daardoor, helaas.
Wie ook veel willen, dat zijn de Britten van HAUS. En die hebben juist alles te willen, want HAUS kon zomaar eens The Next Big Thing uit de UK zijn. Jong, snotty en funky. Britpop volgens het Sturm en Drang principe, maar dan met een funky twist. Die hebben aan het kleinste podium van Lowlands, de X-Ray, amper voldoende. Het kolkt op het podium en het kolkt voor het podium, want HAUS weet de tomeloze energie over te brengen naar het publiek. Die gaan we vaker zien, de komende jaren. Dat geldt ook voor het drietal van Black Foxxes, uit Exeter. De BBC is namelijk al om. Maar de vraag is, waarom? Want Black Foxxes heeft dan wel een hoop energie, maar geen eigen smoel. De band heeft goed naar The Afghan Whigs en Foo Fighters geluisterd en citeert rijkelijk uit het oeuvre van beide bands. Om en om, dat dan weer wel. Het rockt alleraardigst, maar daar blijft het ook bij.
Soms gaat het mis in de programmering van Lowlands. Gisteren stond Feist in een te grote Heineken, vandaag staat Jeangu Macrooy in een veel en veel te kleine Lima. Dat het publiek bij Moderat niet meer Alpha past is begrijpelijk. Goede show, grote band en de grootste tent. Maar de faam is Macrooy duidelijk vooruitgesneld en hij had best in de India of misschien zelfs in de Heineken gepast. En terecht. Macrooy is een uitstekende showman en de Lima eet uit zijn hand. Met gastmusici is het podium ook aardig vol, trouwens. Macrooy heeft een breed scala aan stijlen, waarbij eenieder eigenlijk altijd wat vindt. Funky blues, bluesy pop en folkinvloeden. Van alles wat. Dit is wellicht het beste optreden van de dag en het moet nog avond worden. Dool kan daar nog niet aan tippen. Nog niet, maar ze naderen rap. Dool is de nieuwe band van Ryanne van Dorst, van Ella Bandita-faam. Dool is een fijne logge rockband. Van Dorst is een uitstekende frontvrouw en zweept het publiek op naar grote hoogten en met violiste Judith van der Klip heeft de band een extraatje qua rockgeluid. De kers op de taart is de doom versie van Love Like Blood, die Killing Joke waarschijnlijk zo opgenomen had, als ze het nummer nu op hadden moeten nemen. “Gaan we naar de kloten?”, vraagt van Dorst nog? Zeker weten en we nemen een extra biertje op Dool.
In de Heineken laten The Shins horen dat ze nog steeds een zekerheid zijn in Indieland en valt op, hoeveel hitjes ze hebben en hoe vaak je denkt, owja, dat was ook van hen. En ook goed! Dit hitjes heeft Yungblud nog niet. Maar die gaan wel komen. Yungblud is, alweer, een nieuwe exponent van de britpop. Gisteren constateerden we dat er aantal goede maatschappijkritische bands opstaan in Engeland en ook de britpop lijkt een revival door te maken. Maar de britpop en de politieke onrust in Engeland toch wat los? Yungblud heeft de britpop niet uitgevonden, maar pretendeert van wel. Een juiste dosis aan arrogantie maakt het een erg fijne band. En zijn tapkunsten geven een fijne twist aan zijn britpop.
Leon Verdonschot geeft op de zaterdag een dissertatie waarin hij stelt dat er minder geouwehoerd moet worden bij concerten en het bewijs van zijn stelling wordt geleverd bij London Grammar. Dan vecht je je een weg naar binnen in een volle Bravo en dan ga je door de muziek heen ouwehoeren. Ik heb het om me heen zien gebeuren. London Grammar heeft er zichtbaar last van, want ze komen met hun prachtige melancholische indiepop amper over het gekakel heen. En waar Feist ook al last van had, teveel beats en gedreun van buiten. London Grammar maakt er het beste van, maar ook hier kunnen we stellen dat hoewel het een erg fijne band is, dat London Grammar gewoon geen goede festivalact is.
Frank Carter, met zijn Rattlesnakes, daarentegen, die leeft van de festivals. Zelden iemand gezien die zo goed op zijn plek is? Willen we vrouwvriendelijk mossen? Dan doen we dat! Een circle pit tot buiten de tent? Geregeld! En hij doet het allemaal voor ons, want de quote waarmee dit verhaal opende komt van hem; “without us, this would be band practice.” Aan de de post hardcore van Carter kun je geen buil vallen en dat doen we ook niet. Frank Carter and the Rattlesnakes is een band die je er op ieder festival bij kunt hebben.
En hoe krijg je de Bravo dan wel stil? Nou, zet Guy Garvey op de bok. Zelden was een band zo op zijn plek in de kathedraal die de Bravo eigenlijk is, dan Elbow. Vanaf de aftrap is het raar en Elbow kan rustig gas terugnemen zonder dat het gekakel de overhand neemt. Sterker nog, als Build A Rocket Boy wordt ingezet, dan fluiten we allemaal mee. Moet ook van Garvey. De band speelt een fijne festival set met dwarsdoorsnee van hun oeuvre en Garvey is natuurlijk uw favoriete publieksmenner. “Are we still ok?”, vraagt Guy om de haverklap. Yes Guy, we are still ok. Als One Day Like This wordt ingezet beleeft Lowlands 2017 het op euforische hoogte. Grounds for Divorce is vervolgens een fijne afsluiter. Maar File Under, het euforische hoogtepunt bij Elbow? En Editors dan? Nee. Editors geven een dijk van een show, maar het gas gaat er vanaf het begin op en wordt ook niet meer losgelaten. Tom Smith en zijn mannen zijn waarschijnlijk de Alpha ingelopen, zich rot geschrokken van de omvang en hebben alle versterkers op 11 gezet. Het geluid is om door een ringetje te halen en zelden klonk de bombast van een band zo goed, als in de Alpha vanavond. Maar subtiel kon je het niet noemen. En wellicht hoort dat zo bij een afsluiter.
De zaterdag zit erop. Jean Macrooy is de winnaar van vandaag en een goede tweede is de Engelse muziekscene, die met HAUS en Yungblud twee uitstekende nieuwe loten hebben. Nu nog kijken wat de zondag in de aanbieding heeft…