Ray Lamontagne

Shaquille O’Neal look-a-like manager Floyd komt me tegemoet lopen. ‘Hij zit boven wat gitaar te spelen’, legt hij uit en met verbazingwekkend lichte tred huppelt de kolossale neger de trappen van Paradiso op; hij heeft dan ook Air Max aan zijn voeten.
Ray staart en peinst
Boven tref ik de kleine gedrongen gestalte die Ray Lamontagne heet. Door zijn dichte baard heen prevelt hij iets in de trant van dat hij blij is me te ontmoeten. Manager Floyd kijkt het tafereel vertederd aan. Een delicaat geval, Ray Lamontagne, zo blijkt meteen. Mijn eerste vraag – of zijn album Trouble uit een diepe depressie opgeborreld is – blijkt te direct voor de fragiele singer-songwriter…


mij=Interview: GvA
Veel verder dan wat 'ehhhs en tja's…' komt hij niet. Ook de vraag naar aanleiding van de hoes van het album – waarop een duivel en een geblinddoekte vrouw dansen – blijkt moeilijk te vallen. Of duivel en vrouw staan voor respectievelijk Zondige Man en Hoop op Gerechtigheid blijft onbeantwoord. 'Het is een heel poëtische afbeelding waarin veel te zien valt', zegt Ray geheimzinnig. Verder denkt hij dat de lyrics behoorlijk recht voor zijn raap zijn en dat het makkelijker is een song te schrijven dan erover te praten. 'Ik hou sowieso niet erg van praten', voegt hij er droogjes aan toe.
Hm, is dit Ray Lamontagne, de high school oddball, die voortdurend in vechtpartijen belandde, de man die na een jarenlang gedwongen nomadenbestaan als een ware pionier ergens in dat onmetelijke Amerika de spade in de grond stak en zijn eigen huis bouwde, de singer-songwriter tenslotte met de krachtige schorre gut-voice, die avond aan avond ten overstaan van een groeiend publiek zijn bewogen leven bezingt?
Dan maar wat koetjes en kalfjes.
FU: Is dit je eerste keer in Amsterdam?
RL: Ik denk het. Ik ben hier wel eens eerder geweest op het Crossing Border festival. Was dat hier of elders?
FU: Den Haag.
RL: Het is prachtig hier.
FU: Je moet al heel wat plaatsen gezien hebben, want hoe lang toer je nu al?
RL: Vanaf afgelopen mei. Het is maar een vreemde levensstijl, niet de manier van leven die ik zou kiezen. Maar het lijkt erop dat het zijn vruchten afwerpt, dus ik blijf het doen, totdat ik er een tijdje mee kan stoppen.
Ik ben nu redelijk tevreden over waar ik ben, terwijl ik vijf jaar geleden nog midden in het conflict zat van word ik muzikant of leg ik mezelf toe op het timmermanschap. Ik verwachtte nooit dat ik mezelf in leven zou kunnen houden met het schrijven van nummers. Muziek maken was altijd iets heimelijks, iets dat ik 's nachts deed. Nu heb de vrijheid om te schrijven en te zingen wanneer ik mij geïnspireerd voel te schrijven. Er ligt momenteel dan ook materiaal voor zo'n twee platen klaar. We gaan ook proberen twee platen op te nemen, maar ik weet niet of we ze tegelijkertijd gaan uitbrengen ['we' is RL en Ethan Johns, producer van Trouble].
Ray zingt
FU: In je biografie wordt beschreven dat je een soort openbaring had bij het luisteren naar Treetop Flyer van Stephen Stills en toen bedacht dat je muziek wilde gaan maken. Is dit een mythe die is opgekrikt door de platenmaatschappij of heeft er werkelijk zo'n bijzonder moment plaatsgevonden?
RL: Nee, het was voor mij een heel belangrijk moment. Het was de eerste keer dat ik echt muziek hoorde, echt naar muziek luisterde. Je hebt altijd muziek om je heen, maar ik hoorde het nooit totdat Stills tot mij zong. En toen ik terugging door zijn platen leken ze alleen maar beter te worden. Er opende zich een hele nieuwe wereld voor mij. Ik ging platen verzamelen en ontdekte de songwriters van de 60's en de 70's: Bob Dylan, Joni Mitchell, maar ook Ray Charles, Otis Redding en Aretha Franklin. Ik werd gewoon verliefd op die muziek.
Ik had al wel saxofoon en drums gespeeld toen ik jong was en ik denk dat ik ook wel een natuurlijke neiging heb naar muziek, maar ik deed er niets mee tot die vroege ochtend met Stephen Stills. Toen werd ik serieus aangaande de muziek.
FU: Want het verhaal gaat dat je je baan bij de schoenenfabriek opgaf en bij je oom terechtkwam die je in het timmermansambacht inwijdde.
RL: Ja, maar ik ging muziek schrijven en na een aantal jaren ben ik begonnen in koffiehuizen en barretjes te spelen. Dat was vreselijk. Ik had een heel zware tijd. Ik vond het zo moeilijk om mezelf te open te stellen voor mensen. Er waren momenten dat ik zo gefrustreerd was met mijzelf dat ik die prutgitaar die ik toen bespeelde kapot gooide. Dan raakte ik zo'n ding gewoon zes maanden niet meer aan: Fuck it, forget it, I can't do it, I'm not gonna do it. It's ridiculous… Dus dan concentreerde ik me weer op het timmermanswerk, maar altijd bleven die nummers in mijn hoofd rondspoken. En dan ging ik het toch weer proberen. Zo'n vijf jaar lang ging het zo door. Ik probeerde het weer eens een jaar, maar werd uiteindelijk weer volledig overmand door een enorm frustrerend gevoel van onkunde en onmacht. Ik kon gewoon niet voor mensen zitten en liedjes zingen.
FU: Was je bang voor het publiek, voor hun kritiek?
RL: Nee, dat niet echt. Ik was gewoon enorm introvert. Ik kon wel optreden, maar uiteindelijk was ik zo gefrustreerd over mezelf omdat ik het niet goed vond klinken, omdat ik de liedjes niet goed genoeg achtte. Ik haatte mijn stem. Ik was nooit tevreden.
FU: Onzekerheid.
RL: Volkomen. Ik had totaal geen eigenwaarde. Dat is pas zeer langzaam gegroeid de laatste 7 jaar. Door mijn eigen huis te bouwen en door een manier van leven die goed was voor me, gestructureerd. Lange tijd heb ik niet echt geleefd. Ik ging een beetje door mijn dagen heen, was zeer ongelukkig en zelfdestructief, nam geen goede beslissingen.
Maar langzaam veranderde dat alles, ook wat betreft de muziek. Langzamerhand – hoewel ik nog steeds weinig optrad – begon ik van mijn sound te houden en werd ik meer zeker. Ik zong altijd heel zacht en stilletjes, was verlegen en terughoudend. Het heeft lang geduurd totdat ik mezelf echt heb durven te geven qua stem.
FU: Is muziek in dit opzicht dan de bevrijding van Ray Lamontagne van zichzelf?
RL: Ja en nee. Als ik ga zitten en een song schrijf, dan schrijf ik op dat moment mijn sores van me af. Ik bevrijd mezelf op dat moment van mijn gevoelens. Dan en de dagen erna voel ik me fantastisch, licht. Het creëren doet me echt beter voelen. Maar dan zak ik terug uit de scheppingsroes. En tijdens het toeren moet je jezelf telkens terug zien te brengen naar dat moment van creatie. Dus iedere avond als ik dat nummer speel zit ik weer terug in de sores. Ik vind dat moeilijk. Ik vind optreden fijn, ik weet dat ik iets bereik, maar emotioneel gezien blijft het voor mij uitdagend.
FU: Wat zou voor jou dan het ideale muzikantenbestaan zijn?
RL: Oh, als ik maar eens per maand zou hoeven te spelen om rond te kunnen komen…
FU: Eens per maand voor 40.000 mensen…
RL: Juist, dat zet zoden aan de dijk. En dan gewoon met rust gelaten worden, fantastisch. Helaas werkt het niet zo. Je moet er hard voor werken.
Ray zijn gitaar - hier nog heel
FU: Je hebt met Gomez getoerd. Hoe was dat?
RL: Fantastische jongens die fantastische muziek maken; fantastische lyrics, fantastische harmonieën en zeer complexe composities. Maar het rockt en het is fun! Je wil de hele tijd dansen. Toch zie ik ook dat ze erg moe zijn, zoals vrijwel iedere band.
Mensen hebben vaak een romantisch beeld van het leven on the road, maar het is erg belastend; constant in bussen gepropt, elke avond alles geven tijdens de show. Ik denk dat als je oprecht zou vragen wat bandmuzikanten het liefst zouden willen dan is het thuis aan de tafel zitten met een kop koffie en wat meer routine in de dag.
FU: Het lijkt erop dat de industry weinig invloed heeft gehad op jouw muziek, klopt dat?
RL: Omdat ze geen invloed konden uitoefenen. Mijn muziek spreekt en staat op zich, je kunt er niet iets anders van maken. Het is niet marketable. Ik heb geen marketable gezicht of marketable songs. Ze zagen wel dat ik een potentieel gevolg zou kunnen hebben en daarom hebben ze me getekend: We'll make money out of your record, and you go on the road. Work, and maybe you make some money too, if you're lucky. De meeste artiesten verdienen op het toeren en de merchandise. Wij spelen nu voor ongeveer 2000 man, daar zijn we nu zo'n beetje toe gekomen. Bij de laatste tournee in de US stonden we een keer twee avonden voor 1800 mensen. Dus het gaat goed. It's building back home…
FU: In het nummer “Howcome” ontstijg je qua lyrics het individuele niveau ietwat en tref je een meer algemeen onderwerp. Je zingt verbeten over 'Government man spin his politics till he got you pinned' en 'freedom can be an empty cup from which everybody want to drink'
RL: Vrijheid is tegenwoordig het woord, zeker in Amerika. Maar als je je ogen open doet is er helemaal geen sprake is van vrijheid. Onvrijheid groeit juist met de dag. De overheid is gewoonweg big business, niets meer en niets minder. En vergeet de kerk niet, de kerk is een zeer machtig instituut.
Ik denk dat veel mensen in Amerika out of control zijn. En wat ook erg speelt is angst. Ze pompen echt angst in de mensen. Ze willen de mensen angstig hebben en zo af en toe voeden ze die angst door weer iets in het nieuws te brengen. Het is heel droevig.
FU: Er is een theorie die stelt dat angst de consumptie doet toenemen.
RL: Hm ja. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Bange mensen zijn waarschijnlijk een stuk bevattelijker voor producten die het paradijs beloven. Het is triest dat het zover gekomen is. Op een of andere manier hebben ze dit systeem uitgedacht. Ze weten hoe ze campagnes moeten winnen, ze weten hoe ze kiesdistricten moeten indelen om te winnen en ze controleren de tv waaraan zo ontzettend veel mensen vastgelijmd zitten. Ik bezit al twaalf jaar geen televisie meer. Af en toe zie ik nog wel eens wat, maar na drie minuten word ik gewoon misselijk, zoiets als motion sickness, en moet ik gewoon weglopen. Toen ik stopte met kijken was het al erg, maar nu is het vreselijk geworden: Louter rapid fire images, drie onderwerpen tegelijkertijd, constant herhalingen en dat alles onder het banier van de Grote Sensatie. Compleet belachelijk! En wat voeden ze de kinderen? Waanzin! Vroeger speelde ik Pacman, nu spelen ze Grand Theft Auto waar je politieagenten kapot moet slaan met baseballbats. En wie de meeste kills maakt, krijgt de prostituée aan het eind. Ongelofelijk! Hoe zijn we hier terechtgekomen?
FU: Misschien weer ook die vrijheid?
RL: Ik weet het niet, maar ik vraag me af of deze losgeslagen vrijheid wel de vrijheid is die we willen hebben en eigenlijk of het überhaupt wel vrijheid is. Hoe dan ook, het liefst verhuis ik naar Canada, koop een stuk grond, bouw weer een huis en verlaat het nooit meer… Ik wil niet meedoen aan dit spel! Ik merk ook als ik erover praat met mensen of er liedjes over schrijf, dat ze afhaken. Als ik voor 3000 mensen deze onderwerpen ter sprake breng, dan haken ze gewoon af. Niemand wil dat horen! Je bent gewoon machteloos, het is te groot. Dus zodra ik kan, zeg ik gewoon adieu tegen alles en iedereen. And the rest of you people can fuck yourselves, because that's what you're doing!..
De deur zwaait open. Het is manager Floyd. 'Ray, it's time…', zegt hij verlossend. De reus maakt pas op de plaats, slaat zijn enorme armen over elkaar en bekijkt zijn beschermeling van een afstandje. Floyds kalme en overweldigende verschijning doet Ray's felheid in een wenk bedaren. Fragiel rolt prevelend het automatische 'It was nice meeting you' uit de bebaarde mond. Een slap handje en hij is verdwenen, volledig verzwolgen door de enorme gestalte die hem zachtjes voor zich uit leidt naar de Bovenzaal. Tijd voor de soundcheck, de aanloop voor de hernieuwde uitdaging die hem wacht vanavond.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven