Killing Joke – In Excelsis / BXI – Boris & Ian Astbury

Killing Joke - In ExcelsisIk houd ervan als ouwe rotten in het vak niet op routine een beetje op tournee gaan en gemakkelijk met wat greatest hits en wat toeters en bellen in een show flink wat geld opstrijken zoals waar de Stones meesters in blijken. Doe mij dan maar een noeste werker als Jaz Coleman van Killing Joke. Die klinkt op de EP In Excelsis nog steeds als de ideale man om je natte haar droog te brullen. Door het vroegtijdige overlijden van bassist Paul Raven bestaat Killing Joke weer uit dezelfde line-up als waarin de band dik dertig jaar geleden begon. Hoor je dat er aan af op deze EP? Ha! Echt niet. Coleman dendert nog steeds als een verwoestende tsunami je speakers uit. Zeker de eerste twee songs, de titelsong en “Endgame” hebben een enorme drive. Het contrast met de andere drie songs is behoorlijk. “Kali Yuga” en vooral “Ghost Of Ladbroke Grove” (in twee versies te horen, waarvan één een dub-variant) zijn wat vreemdere eenden in de bijt. Maar de imposante stem van Coleman maakt het toch weer echt Killing Joke.
BXI - Boris & Ian AstburyEen andere (gewezen?) held die niet van opgeven weet is Ian Astbury van The Cult. Hij verbaast mij ten zeerste door de handen ineen te slaan met de Japanners van Boris. Nou deden die wel eerder samenwerkingsverbanden, maar die vielen toch vaak wat meer in hun eigen, meer obscure straatje dan in de rock zoals Astbury die met The Cult maakte. Maar potverredorie. Het blijkt in de praktijk een puikere combinatie te zijn dan ik voor mogelijk had gehouden. Opgestuwd door de flinke drive van de vaste drie van Boris laat Astbury horen dat zijn stem nog helemaal niet aan sleet onderhevig is. Vooral “We Are Witches” is een lekker snedig, bijna lomp nummer waarin Takeshi zijn gitaar het vuur aan de schenen legt. In één van de vier songs zingt Astbury niet. Dat is in de cover van The Cults “Rain”. Daarin zweeft gitariste Wata met Lush-achtige vluchtige stem door de tekst van Astbury, terwijl de rest van de band (met hulp van vaste bijval-gitarist Michio Kurihara) de song net wat dikker aan zet dan The Cult deed. Het resulteert in een hele verrassende versie. Daarna sluit de helaas maar vier tracks tellende EP af met het in eerste instantie bluesy “Magickal Child”. Maar als Boris zich dan even kwaad maakt komt er al snel een ziedend meerkoppig monster tevoorschijn.


mij=Spinefarm / Universal & Southern Lord / Konkurrent

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven